"gevuld orderboekje, maar (nog steeds) groeiend tekort aan mensen"

Er ligt veel werk op de plank bij de Vlaamse schrijnwerkers en interieurbouwers maar er is ook een groeiend tekort aan mensen om de werken uit voeren, zo blijkt uit een recente sectorstudie van Bouwunie. Daarnaast heerst er momenteel ongerustheid over de oplopende toeleveringstermijnen en opeenvolgende prijsstijgingen van belangrijke producten en materialen.

gevuld orderboekje

95% van de ondervraagde bedrijven heeft momenteel ruim voldoende werk. Voor 44% van hen is het zelfs té veel (een recordaantal in vergelijking met 2019 (30%)). En ook de vooruitzichten zijn goed, want de orderboekjes zijn goed gevuld voor de komende weken en maanden:

• 27% van de schrijnwerkers/interieurbouwers heeft fulltime werk voor de komende één tot drie maanden;
• 31% zit goed voor minstens een half jaar.

Grote vraag naar arbeidskrachten

Door het hoge werkvolume is ook de vraag naar extra werkkrachten groot. Maar liefst 53% van de schrijnwerkbedrijven heeft - zelfs in coronatijden - in het afgelopen jaar mensen aangeworven. Nog opvallender: 54% van de bedrijven is momenteel nog steeds op zoek naar nieuwe werkkrachten.

Pol Clement, voorzitter van de Schrijnwerkers en Interieurbouwers bij Bouwunie: “Dat is een recordaantal. De arbeidsmarkt is en blijft erg krap. Het vinden van gekwalificeerde mensen is dan ook knelpunt nummer één voor de schrijnwerkers."

Ongerustheid door problemen met levertermijnen en prijzen van bepaalde producten

Quasi alle ondervraagde schrijnwerkers-interieurbouwers melden problemen met de levertermijnen en kampen met stijgende prijzen van producten. Het gaat dan vooral over constructiehout, plaatmateriaal, osb en mdf, planken en latten, meubelbeslag, isolatie, raamprofielen maar ook hulpgoederen zoals silicone en lijmen, en keuken- en sanitaire toestellen.

19% van de respondenten kan de prijsstijging doorrekenen aan de klant, 66% gedeeltelijk en 14% zegt dat ze de prijsstijgingen volledig voor eigen rekening moeten nemen.

Bouwunie pleit dan ook voor begrip bij de klanten. “We zijn zelf ook slachtoffer van de volatiele prijzen en de toeleveringsproblemen van de producten. We hopen dat de markt zich snel herstelt”, aldus Pol Clement.

14% van de schrijnwerkers moeten prijsstijgingen volledig voor eigen rekening nemen

Automatisatie verfijnt en versnelt de productie

90% van de ondervraagde schrijnwerkers heeft een eigen atelier met een machinepark. Heel wat van deze machines (80%) zijn geautomatiseerd of digitaal aangestuurd. Dit laat hen toe nauwkeuriger en met een hoger rendement te werken. Bij 14% zijn alle processen in de productie volledig geautomatiseerd. Het gaat dan om automatisch beladen, automatische retour, automatisch afladen ...

25% van de bevraagden heeft toekomstplannen in die richting met als motivatie de productie te kunnen verhogen en om te besparen op personeelskosten.

Ten slotte doet ook de helft van de respondenten extra inspanningen om het energieverbruik in het atelier te verminderen. Ze installeren zonnepanelen en vervangen gewone lampen door ledverlichting. Belangrijk is ook het opzoeken en dichten van persluchtinstallatie-lekken.

Circulair bouwen staat in kinderschoenen, maar wint aan bekendheid

28% van de ondervraagde schrijnwerkers/interieurbouwers is actief bezig met circulair bouwen of heeft er op z’n minst al over nagedacht (12%). Het gaat dan om het gebruik van materialen of de toepassing van demonteerbare bouwelementen zoals ramen, vliesgevel ... 7 op 10 heeft (al eens) klanten die vragen naar de duurzaamheid van de gebruikte bouwmaterialen in hun project. Dat was vroeger niet of zelden het geval.

Nood aan meer opleidingsmiddelen en flexibiliteit

Ten slotte pleit Bouwunie voor meer flexibiliteit in de sector.

Jean-Pierre Waeytens: “Door middel van bijvoorbeeld een lastenverlaging voor bijkomende tewerkstelling verlagen we niet alleen de drempel om extra mensen aan te werven, het biedt de werkgevers ook de broodnodige extra ruimte om opleiding te voorzien. Om doelgroepen als laaggeschoolden en langdurig werklozen te integreren in de bouwsector en hen de stiel aan te leren, moeten kmo-bouwbedrijven namelijk veel tijd en middelen investeren. De kmo’s dreigen hier de concurrentieslag te verliezen met grotere bedrijven die vaak beschikken over eigen vormingsfaciliteiten.”

Om extra instroom in de sector te creëren legt de Bouwunie ook de piste van de freelancer op tafel. “Zelfstandigheid is uiteraard ook een vorm van tewerkstelling of activering. Mocht men vandaag in de bouw een beroep doen op freelancers, dan loopt men de kans dat sociale inspectiediensten dit zien als schijnzelfstandigheid met grote boetes tot gevolg”, aldus Jean-Pierre Waeytens.

Ten slotte vraagt Bouwunie om werknemers in de bouw, die bereid zijn bijkomende inspanningen leveren, te belonen met overuren waarvan ze netto meer overhouden dan van een normaal uur. Hiervoor moeten de fiscaal voordelige overuren worden uitgebreid.